Overal waar ik loop, mondkapjes op de grond. Blauwe, zwarte, met printjes en soms een zeldzame gele. Mondkapjes, kapotte en hele. Stukken plastic of stof. Best zonde, toch?
COLUMN: Caya van Rossum
Ik snap niet waarom, ik bedoel: de prullenbakken staan er toch nog? Ondanks alles. Ze zijn met nieuwjaar niet opgeblazen. Niet omver geraast in rellen. Rellen die er trouwens niet waren. Oh ja, daarover gesproken…
Ik betrap mezelf er vanochtend op dat ik voor de zoveelste keer de volgende zoekwoorden Google: ‘rellen, avondklok, overvecht’. Deze actie wordt gevolgd door een glimlach die mijn gezicht niet kan weerstaan te maken als die zoekopdracht geen resultaten oplevert. Ik ben trots. Trots op ons vredige wijkje aan de overkant van de Vecht. Deze keer is het niet ons gevecht.
Ondertussen is het een dag later en kan ik niet zeggen dat ik het kon laten. Moest dezelfde zoekwoorden intikken. Gelukkig veranderde er niks aan het resultaat.
Waarom ik het opzoek is een goede vraag. Eén die ik mezelf nu al een paar uur stel in de achterkamer van m’n hoofd. Ik denk dat ik dacht: ‘Er zijn rellen in het hele land, mensen zijn ontevreden, dan zal dat hier ook wel zo zijn. Zal het hier ook geuit worden in gerel. Geuit in geweld’. Maar je kan me op m’n woord geloven. En dat zou ik ook moeten doen. Want ik heb het bekeken, vanaf hierboven. Vanaf Overvechts balkon. Zo ver als mijn uitzicht strekken kon, geen rel in zicht. Wat geeft Overvechts balkon toch een prachtig uitzicht.